De Romeinen bouwden op de plek van het huidige Nijmegen een complete stad, met thermen en een tempel. Fiets door de bossen en het vennengebied, waar archeologen overal sporen vonden.
Op de fiets ontdek ik al snel waarom de Romeinen zich zo graag in het Rijk van Nijmegen vestigden. In het noorden glinstert de Waal, in het oosten liggen de heuvels. Handig, strategisch gezien. Vijftien kilometer verderop stroomt de Rijn. Die vormde de noordgrens van het Romeinse Rijk, de Limes, in 2021 uitgeroepen tot Unesco-Werelderfgoed. De welvarende Romeinen voelden zich hier vast veilig, in hun luxe villa’s en badhuizen.
De Bastei
De fietsroute Luxe achter de Limes 2 gaat langs Romeinse locaties en vondsten. Ik begin in Nijmegen, een gezellige studentenstad. De terrasjes aan de rivier zitten vol, in het gras zitten jongeren, fietsers met bepakking komen voorbij. In de oude verdedigingstoren zit museum voor natuur en cultuurhistorie De Bastei. Door de bouw van huizen en een fabriek was de toren geheel uit het zicht onttrokken. Toen alles tegen de vlakte ging, kwam het bouwwerk weer te voorschijn.
In de kelder loop je nu door gangen met bouwstijlen uit vele eeuwen. Er zijn zelfs stenen die de Romeinen hier ooit neerlegden. Boven heb je een fraai uitzicht over de stad. “Overal waar in Nijmegen wordt gegraven, vindt men wel wat,” zegt een medewerker van het museum. “Toen er hier bouwwerkzaamheden waren, moesten die binnen twee weken stoppen, omdat archeologen op Romeinse restanten stuitten. Alles ligt er nog. Dat is de beste bescherming.”
Stuwwal
Als ik op de fiets richting Berg en Dal klim, zie ik informatieborden langs de weg. Op de stuwwal lagen een legerplaats en commandocentrum. Het is even flink doortrappen, zeker verderop, waar een wielrenner me hijgend inhaalt. Direct ten oosten van Nijmegen gaat de route over een stuwwal, ooit ontstaan toen enorme ijskappen vanuit Scandinavië richting het zuiden schoven. Door bossen ga ik omhoog. Op de kaart zie ik ‘Duivelsberg’ staan.
De Romeinen gebruikten het hoogteverschil voor de aanleg van een vijf kilometer lang aquaduct, waarvan nog restanten in het landschap liggen. Na Museumpark Orientalis – met een Romeinse straat – gaat een fietspad door Heumensoord, een natuurgebied met oude beukenlanen. Vinkjes fluiten, de blaadjes ritselen in de wind, door de lucht dwarrelen pluimpjes. ’s Avonds zou je hier vossen, dassen en wild zwijnen kunnen zien.
Boerderij met paarden
Na Malden volgt het Heumens Bos. Och nee! Een lekke band. En laat ik precies vandaag mijn plakspullen niet mee hebben. Beteuterd sta ik even op het fietspad, waar wat scherpe steentjes liggen. Wel een mooie pauzeplek, naast een boerderij met paarden en geiten, die vrolijk mekkeren. Ineens komt de bewoonster aangereden, ze opent de raam van haar auto. “Lekke band? Normaal gesproken kan mijn zoon helpen, maar die is nog niet thuis.”
Ze helpt me uit de brand (‘we helpen elkaar graag’), en niet veel later rijd ik langs de Overasseltse en Hatertse Vennen. Bij het Wijchense Ven heb ik weer een mooie ontmoeting, met Hennie Schook. Vanaf een bank, met de fiets naast zich, kijkt hij uit over het gladde water – diepblauw, als een edelsteen. “Ik woon verderop op een bungalowpark, dat wordt gedoogd. Vaak fiets ik hier even heen, een heerlijk plekje.”
Het Gezicht van Nijmegen
Eenmaal terug in Nijmegen fiets ik nog even naar Veur-Lent, een schiereiland in de Waal, aan de overkant van de stad. Het Gezicht van Nijmegen schittert in het avondlicht. Het kunstwerk van kunstenaar Andreas Hetfeld is een eigentijdse interpretatie op reuzenformaat van een Romeins gezichtsmaker, een van de pronkstukken van Valkhof Museum. Leuk om even door de ogen te kijken, dan werp je letterlijk een Romeinse blik op Nijmegen.
Om de hoek sluit ik af met een drankje bij Café de Zon, al sinds 1926 het dorpscafé van het eiland in Nijmegen. Een vriend uit de buurt schuift aan. “Wat is dit een mooie plek, ik ben er al zo’n lange tijd niet geweest,” zegt hij. “Ik weet nog goed dat het water in 1995 aan de overkant tot aan de kade stond.” Om een dijkdoorbraak te voorkomen, werd een nevengeul gegraven. Zo ontstond Veur-Lent. Hadden de Romeinen vast ook fraai gevonden.
Praktisch
Route: Luxe achter de Limes Route 2 (Heumen – Nijmegen – Berg en Dal)
Afstand: 45 km met optie tot uitbreiding van 7 km
Soort route: Via knooppunten:
10 – 11 – 34 – 36 – 37 – 39 – 25 – 41 – 28 – 77 – 69 – 76 – 75 – 54 – 53 –
52 – 21 – 24 – 83 – 72 – 44 – 20 – 02 – 01 – 81 – 57 – 60 – 59 – 58 – 08 – 09 – 10
Meer informatie: Visit Nijmegen
Er zijn twee Luxe achter de Limes-fietsroutes, die langs heel wat Romeinse locaties gaan. Onderweg zijn er volop interessante plekken om te stoppen. Je kunt op meerdere locaties via de smartphone verhalen beluisteren en bekijken. Luxe achter de Limes Route 1 fietste ik ook, die blog lees je hier: Route 1.
Slapen
Guesthouse Vertoef ligt op steenworp afstand van het treinstation van Nijmegen. Fijne, lichte kamers met comfortabele boxspringbedden. Met koelkast, combimagnetron en waterkoker.
Eten
Restaurant St. Walrick ligt in natuurgebied de Hatertse en Overasseltse Vennen. Midden in het bos vind je een enorm terras, met lunchgerechten en pannenkoeken.
Midden in het centrum van Nijmegen vind je Arsenaal 1824, een modern restaurant in het Rijksmonument Vlaams Arsenaal. Heerlijke gerechten uit de Franse, Mediterrane en Oosterse keuken.
4 reacties
Hoi,
Mooie beschrijving.
Komt wijchen ook ter sprake. Daar stonden villa’s in het Romeinse rijk.. hoor graag van je.
Hi Rudie,
Jazeker, Wijchen komt in mijn andere blog voor: Luxe achter de Limes : Langs Romeinse villa’s (toepasselijke naam :)): https://mooistefietsroutes.nl/luxe-achter-de-limes-wijchen/
Groet,
Jessica
Does your mooiste fietsroutes have a translation to English ?
Thanks
Joanne