De Maas meandert langs de vestingsteden Grave, Ravenstein en Megen. Fiets door het schitterende achterland, waar kerken en kapelletjes verscholen staan. Overnachten kan in een van de kloosters; samen ontbijten met de broeders.
“Stilte,” staat op een bordje. Twee broeders in bruine gewaden lopen door de gang, waar het licht schuin naar binnenvalt. Een deur leidt naar de refter, de ruimte waar samen met de gasten – van fietsers tot wandelaars – wordt ontbeten. Het Emmausklooster is het oudste kapucijnenklooster van Nederland. Sinds kort zitten er zes broeders, die van over de hele wereld naar Velp zijn gekomen. “We pakken het kloosterleven hier weer op,” zegt broeder Christophorus Goedereis. “Dat betekent: samen wonen, eten en bidden.”

Knooppunten
Ik leg Fietsronde Megen af, een van de veertien rondjes van het Brabants Kloosterpad. De route van 54 kilometer gaat door de fraaie vestingsteden Grave, Ravenstein en Megen, die allemaal aan de Maas liggen. Hij is te volgen via het knooppuntennetwerk en staat in het nieuwe routeboekje van het Brabants Kloosterpad. Drie kloosters liggen in het gebied ‘verstopt’; je moet er soms even de route voor af. Naast de kapucijnen kun je onderweg de franciscanen (broeders) en clarissen (zusters) treffen.

Natuurgebied Keent
Grave is mijn beginpunt. Al snel trap ik over een fietspad langs de uiterwaarden van de Maas, waar boterbloemen in de wind wiegen. Vijf kilometer verderop ligt Natuurgebied Keent; een soort eiland met moerasgebieden, ruige ooibossen en open graslanden. De voormalige rivierbocht is hier opnieuw uitgegraven, om de Maas bij hoogwater meer ruimte te geven. Bij een plas zoeken zwarte runderen met brede hoorns verkoeling. Het gaat om taurossen; een speciaal gefokt runderras dat op de uitgestorven oeros lijkt.


Stiltestation
Het informatiecentrum van het Brabants Landschap is een stiltestation, waar je een hangmat kunt lenen. Vrijwilliger René van den Heuvel hangt er eentje voor me op in de fruitboomgaard. “Voor wie tot rust wil komen, wil onthaasten en verstillen, hebben we een stilte-oefening,” vertelt hij. “De natuur krijgt hier weer de ruimte. Als mens mag je wel ook wel eens rewilden, en teruggaan naar jezelf.” Ik ga liggen, richt me op mijn ademhaling en de geluiden: het vogeltjesgezang, het ruisen van de bladeren.

Vertraging op het fietspad
Pas als je met aandacht de rust opzoekt, komt de vertraging. Terug op de fiets merk ik dat mijn hoofd leger wordt; minder gedachtes, en dus meer oog voor het natuurschoon om me heen. Ik observeer de bomen die in een rij achter elkaar staan, de lange schaduwen, het glinsterende water van de Maas. Bij een boerderij zijn uitloopeieren te koop. ‘Pfas getest,’ staat op een bordje. ‘Ruim onder de EU-norm, dus veilig om te eten.’



Vestingstad Ravenstein
Daar is Ravenstein, het tweede vestingstadje op de route. Een leenman bouwde in de veertiende eeuw een kasteel om tol te heffen, waarna een volwaardige stad ontstond. Ik hobbel over de kasseien, langs monumentale woonhuizen, stadspoorten en een enorme kerk in barokstijl. Aan terrasjes geen gebrek! Fraai aan het water ligt Brass aan de Maas, in het oude centrum Stadsherberg De Keurvorst (ook een fijne slaapplek) en iets van de route af Op FieZiete, een hippe lunchroom en woonwinkel in één.


Godsdienstvrijheid
Ik fiets verder naar vestingstad Megen, waar nog altijd twee kloosters liggen. Een blik in de geschiedenisboeken verklaart waarom. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568 – 1648) vonden de katholieke vluchtelingen hier een veilig onderkomen. Duitse vorstenhuizen hadden de macht in het Land van Ravenstein, waar ook Velp onder viel, en Megen was een onafhankelijk graafschap. De ‘vrijstaten’ hadden hun eigen wetten. De katholieken konden hierdoor hun geloof vrij uitoefenen en kloosters en kerken bouwen.


Assisi aan de Maas
Megen heeft iets sprookjesachtigs. Boven de karakteristieke trapgevel van de Gevangentoren nestelen twee ooievaars, die met hun snavels klepperen. De toren is een van de laatste overblijfselen van de middeleeuwse vestingwerken. Alle huizen zien er even verzorgd uit, alsof iemand ze vanmorgen nog een likje verf heeft gegeven. Het stadje wordt ook wel Assisi aan de Maas genoemd, omdat er zowel franciscaanse broeders als clarissenzusters wonen. Ik ga even van de route af en fiets langs beide kloosters.


Hof van Lof
Het is mogelijk om te overnachten in het franciscanerklooster, als je meedoet met enkele gebeden. “We ontvangen hier veel gasten, jong en oud, gelovig en niet-gelovig,” vertelt broeder Jan ter Maat. “De mensen genieten een paar dagen in ons ritme, op een plek waar ze gewoon mogen zijn en zichzelf kunnen zijn.” Zelf woont hij hier nu een jaar; franciscanen veranderen nog wel eens van klooster. Ik neem een kijkje in de ommuurde kloostertuin Hof van Lof. Kikkers kwaken luid vanuit de vijver, bijen zoemen boven de bloemen. Een paradijsje.



Herperduin
Iets buiten Megen staat de Kapel der Zeven Weeën, waar een ouder echtpaar net de fietsen stalt, om binnen een kaarsje aan te steken. De route tikt nog een laatste keer de Maas aan, dan volgen de speelse akkers. In het Herperduin – een natuurgebied met bomen, heide, zandverstuivingen en vennen – fiets ik over een onverhard bospad naar de uitkijktoren. Op een zeven meter hoge stuifwal staat de stalen constructie, omringd door houten stammen. Bovenin kijk ik uit kilometers ver uit over een glooiend landschap. Een vinkje zingt zijn liedje.



De Armenhof
De fietstocht loopt door dorpen waar altijd wel iets aan het katholieke geloof herinnert: een kerkje, een klooster, of kapelletje. Ten oosten van Schaijk staat De Armenhof, een wit geschilderde boerderij met rieten dak, die meer dan een eeuw in handen was van de abdij van Berne. Na de Tachtigjarige Oorlog werd het protestantisme de staatsgodsdienst en kwamen alle goederen in handen van de Staat. Uiteindelijk kocht een pastoor de boerderij, die hij schonk aan de armen van Schaijk.


Emmausklooster
De route eindigt bij het Emmausklooster, waar ik blijf slapen. Het is even zoeken naar de ingang. “Laat de bel rinkelen,” zegt een voorbijganger. Niet veel later verschijnt broeder Christophorus Goedereis in de deuropening. “Welkom!” Hij geeft een rondleiding door het klooster; de kapel, de gebedsruimte en de enorme tuin. “Vier keer per dag bidden we het getijdengebed, meestal zitten we daarna nog twintig tot dertig minuten in stilte. Mensen die meedoen zeggen vaak: ik heb nog nooit zo lang bewust in stilte gezeten.”


Ontbijt met de broeders
De bedoeling is mee te gaan in het ritme van de broeders: samen dineren, ontbijten en, als je wilt, bidden. De stilte is sterk aanwezig. Alleen bij het ontbijt hoor ik de broeders druk in gesprek. Ze praten over het kloosterleven, hun vele reizen, sociale media en Zoom-vergaderingen. “Heb je kunnen slapen?” Jazeker. Ik voel de vermoeidheid, wat betekent dat ik tot rust ben gekomen. “Eigenlijk zou ik een week moeten blijven.” Broeder William Nyuki uit Tanzania lacht: “Of zelfs een maand.” Dat zou niet verkeerd zijn.


Video over mijn fietstocht
Bekijk hier de video over mijn fietstocht (Engelstalig, Nederlandse ondertiteling beschikbaar):
Praktisch
Route: Fietsronde Megen | Brabants Kloosterpad
Het Brabants Kloosterpad (ruim 700 kilometer) voert in elf etappes langs ruim vijftig kloosters en abdijen in Brabant. Daarnaast zijn er veertien fietsrondes van 36 tot 54 km.
Afstand: 54 kilometer
Soort route: De route is te volgen via knooppunten.
Goed om te weten: De kloosters en kloostertuinen zijn op bepaalde dagen open (soms alleen met rondleiding, reservering is dan een paar dagen van te voren nodig). Overnachten kan alleen met een reservering. Kloostertuin Hof van Lof (Megen) kun je over het algemeen op zaterdag van 14 tot 16 uur bezoeken.
Fietshuur: Een fiets huren kan bij Pimbike.nl in Grave.
Omleidingen: De komende jaren, tot 2029, worden in het kader van het project Meanderende Maas werkzaamheden uitgevoerd tussen Ravenstein en Lithoijen. Een deel van de route kan hierdoor tijdelijk onbegaanbaar zijn. Er worden omleidingsborden geplaatst. Bekijk hier de actuele werkzaamheden.
Route in Komoot
De route heb ik in Komoot gezet, met een paar extra lussen waardoor je langs de kloosters en Kapel der Zeven Weeën in Megen, en door het historische centrum van Ravenstein, fietst.
Afstand: 58 kilometer
Tip: fiets ook een stuk door het Herperduin.
Afstand: 64 kilometer
Slaapplek
Stadsherberg De Keurvorst (Ravenstein) huist in een monumentaal pand uit 1610. In de kamers gaat de moderne inrichting mooi samen met de oude details – van monumentale balken tot houten schuiframen. Je kunt er ook een hapje eten. Of wandel naar Brass aan de Maas, een voortreffelijk restaurant, waar elke maaltijd een kunstwerkje is.


Verder fietsen in Brabant
Op zoek naar meer fietsroutes in Noord-Brabant? Eerder fietste ik de Leerroute in Waalwijk, een van de Made in Brabant-routes, over de oude ambachten van de provincie.



