Na een bezoek aan de glasblazers in Leerdam, kom je via de Fietsroute tussen Lek en Linge langs de mooiste plekken. Boomgaarden gaan over in weilanden en vogelrijke stukjes natuur.
Al vierendertig jaar is Gert Bullée glasblazer. Op zijn zestiende leerde hij het vak via het gilde, eerst vooral kijken, daarna voorzichtig meedoen. “Je moet een hoop vlieguren maken,” zegt Gert. “Het duurt zeker wel een jaar of vijf voordat je zelfstandig aan de slag kunt.” In de hitte loopt hij rap over de werkplaats. Het glas maakt hij in de oven vloeibaar als stroop, om er daarna lucht in te blazen via een pijp. Met nat papier en een houten klots zorgt hij voor rondingen. En tussendoor haalt hij telkens nieuw glas uit de oven.
Gert is het hoofd van de werkvloer in de Glasblazerij van het Nationaal Glasmuseum. Hij werkt in opdracht voor kunstenaars en ontwerpers zoals Menno Jonkers, maar voert ook eigen ideeën uit en geeft workshops. Het mooie van glasblazen? “Het glas is niets. Zodra je met een blaaspijp in het glas gaat, creëer je iets. Dat is voor mij altijd nog een magisch moment.” Of het ooit makkelijk wordt? Nee. Deze ochtend, als ik een kijkje kom nemen, werkt hij met jonge glasblazers, die al te graag op zijn vingers kijken.
Stalletjes met streekproducten
Leerdam is het startpunt van de Fietsroute tussen Lek en Linge, een fietsrondje van 53 kilometer. Volg je de knooppuntenroute, dan ben je de stad zo uit. Al snel fiets ik langs boerderijen en boomgaarden, waar heerlijke streekproducten worden aangeboden. Een kar vol pompoenen, een houten stalletje met emmers appels, een honing-bordje in iemands achtertuin; moeilijk om niet te stoppen! Maar ja, dan moet je het wel allemaal meesjouwen in de fietstassen.
Wipmolen aan Merwedekanaal
Verborgen achter bomen ligt Polder Quakernaak, waar het Zuid-Hollandse Landschap voor natte natuur heeft gezorgd. De purperreiger is er een graag geziene gast, net als een boel amfibieën en libellen. Even stop ik, als ik aan het Merwedekanaal een wipmolen zie met donkergroen geschilderd bovenhuis. Altijd fraai, zo’n glimmend stukje historie. Molen den Bonk bemaalde tot 1945 de grote polder Lakerveld. Het overtollige polderwater kwam in de Zouweboezem terecht, een natuurgebied waar ik iets later langsfiets.
Picknicken tussen appelbomen
Rietdekkers gebruikten het riet in de Zouweboezem voor het bedekken van de mooie daken van boerenhofstedes. Nu huist in het natuurgebied de grootste broedkolonie van de purperreiger in Nederland, maar kun je ook de zwarte stern, porseleinhoen, cetti’s zanger, snor en bruine kiekendief treffen. Vanuit het uitkijkpunt is het mooi vogels spotten. Ook fijn: direct aan de weg ligt een fijne picknickplek. Tussen appelbomen staat een picknicktafel, waar ik even een tussendoortje eet, met vogelgezang als achtergrondmuziek.
Mijn favoriete rivier: de Lek
Heb je genoeg tijd, maak dan zeker een ommetje naar het monumentale stadje Ameide, dat waarschijnlijk een van oudste steden van de graafschap Holland was. Die staat, net als de gewone route, in de folder met kaart van de Fietsroute tussen Lek en Linge. Daarna gaat de route verder langs een van mijn favoriete rivieren: de Lek. Hij meandert zo leuk en door eb en vloed zijn er getijdenkreken, oeverwallen en rivierduinen ontstaan. Niet alleen een lust voor het oog, ook voor de vogels.
Een aalscholver droogt zijn vleugels. Door zijn waterdoorlatende verenkleed kan hij zo geweldig zwemmen, maar moet hij na elke vissenjacht in het zonnetje zitten. Een grote groep brandganzen staat in het water. Die witte vlekjes in de verte: zilverreigers misschien? Drie vogelaars met verrekijkers laten weten dat het lepelaars zijn.“Kijk maar, ze hebben lepelvormige snavels waarmee ze door het water gaan,” merkt een van de dames op. “Zo’n mooi gezicht.”
Historisch Vianen
Na het dorp Lexmond ontmoet je het Merwedekanaal weer, dat in rechte lijn richting Vianen gaat. Door een poort in de oude stadsmuur fiets je zo de oude binnenstad in, waar de Voorstraat rijk is gevuld met terrasjes; een perfecte plek voor een kop koffie. Ik lunch zelf bij Zas en Fratsen, waar volop keuze is voor lekkerbekken, ook met diëten (ik mag zelf geen gluten). Zo staan er zowel latte’s met amandelmelk als gluten- en lactosevrije kokos-ananas-taart op het menu. Het lunchcafé werkt vooral met producten uit de regio.
Vianen is een oude vestingstad, met 190 rijksmonumenten. Grote delen van de middeleeuwse verdedigingswerken zijn er nog: de stadsgracht, stadsmuren en Lekpoort. In het torentje van de Lekpoort uit de vijftiende eeuw zat een gevangenis. Let zeker even op alle details. Zo zie je op de voorgevel van het stadhuis de wapens van Lexmond, Meerkerk, Heicop, Boeicop, Ameide, Vianen en Tienhoven.
Oude schuilkerk
Leuk is een bezoekje aan het Stedelijk Museum (wisselende exposities, tijdens mijn bezoek zijn er barbies te zien), dat is gehuisvest in een oude schuilkerk uit 1650. Toen rooms-katholieken geen erediensten meer mochten houden van de calvinistische overheid, verplaatsten ze die naar kerken die van buitenaf onherkenbaar waren. In de rechterzijmuur van de kerk zit nog altijd een nis. Zo konden de katholieken tijdens de dienst zien of er geen ongewenste binnendringers in aantocht waren.
Een feestje! Na Vianen loopt de route weer langs de Lek, waar transportschepen in een traag tempo door het water glijden. Het stuw- en sluiscomplex Hagestein is de onderste van drie stuwen, die er samen voor zorgen dat de Nederrijn en de Lek bevaarbaar blijven. In de middenpijler zit een turbine. Per jaar kan zo’n zes miljoen KWh worden opgewekt: voldoende om een stad zo groot als Arnhem van straat- en huisverlichting te voorzien. Vissen kunnen door de vistrappen veilig stroomopwaarts zwemmen.
Bierbrouwerij in fort
Een prima plek voor een biertje, of cola, is Fort Everdingen waar brouwerij Duits & Lauret zit. Zo heerlijk stil! Je kunt er nog kamperen ook. Het bier moet drie weken gisten, daarna kan het, net als wijn, een paar jaar lang blijven liggen om de smaak nóg beter te maken. De koele ruimtes in het fort hebben de juiste temperatuur, die redelijk gelijk blijft. “Eén van onze bieren is vijf jaar oud,” vertelt vertelt Ferry Hopstaken (19), die achter de bar staat. “Bière de garde brune. Die smaakt bijna als port. Ik wil zeker meer leren over het bierbrouwen, zo gaaf!”
Diefdijk
Langs oude betonnen schuilplaatsen, en over de Diefdijk, fiets ik weer richting Leerdam. Ik stop nog even bij een doorgezaagde bunker, ook bekend als Bunker 599. Bijzonder om doorheen te lopen. De snelweg ligt vlakbij, maar de meeuwen en aalscholvers trekken daar niets van aan en zitten op houten palen in het achtergelegen watertje. Bizar gewoon hoe dicht de stedelijke wereld en natuur hier bij elkaar liggen. Ook mooi: het Wiel van Bassa, ontstaan door een dijkdoorbraak in 1573. Ik sluit af bij lunchcafé De Houtloods, naast de Glasblazerij. Met uitzicht op de oude stadsmuur met muizentorentjes. Uiteraard aan het water!
Praktisch
Route: Fietsroute tussen Lek en Linge
Afstand: 53 kilometer
Soort route: via knooppunten
(57 – 59 – 60 – 61 – 62 – 20 – 21 – 5 – 6 – 2 – 10 – 11 – 12 – 13 – 40 – 52 – 44 – 45 – 46 – 48 – 57)
Route met kaart:
Zie www.leerdamglasstad.nl