De Via Romana loopt door de Limes, een Romeinse verdedigingszone, waar veel overblijfselen zijn gevonden. Op de deellus Malden – Molenhoek kom je door de Mookerheide en Kraaijenbergse Plassen.
Hier, net boven de Mookerplas, woonde vast een belangrijke man. Een van de grootste Romeinse villa’s van Nederland stond op deze plek. Muurtjes en metalen buizen tonen de contouren van het oude hoofdgebouw. Nu staan er bomen, maar lang geleden kon je vanaf hier, op de rand van de Nijmeegse stuwwal, kilometers ver kijken. Comfort was er volop. Villa Plasmolen had vloerverwarming, een badhuis, muurschilderingen en mozaïekvloeren.
Omwonenden gebruikten het bouwpuin in de negentiende eeuw, zoals dat zo vaak ging in die tijd, voor hun eigen huizen. Maar in 1931 deed het Rijksmuseum voor Oudheden een serieuze opgraving. Om de ondergrondse resten tegen schatgravers en boomwortels te beschermen, werden ze in 2016 ‘geconsolideerd’, zoals dat heel deftig heet. De echte rijkdom bevindt zich dus onder de bodem.
Mookerplas en Mookskanaal
Vanmorgen ben ik mijn fietsroute begonnen bij Zweefvliegveld Malden, samen met mijn fietsmaatje Eric, die vlak bij Nijmegen woont. “Soms zie je hier de zweefvliegtuigen op en af gaan,” zegt hij op het terras van Boscafe Zweef Inn, waar we een espresso drinken. “Heel indrukwekkend.” Nu is het stil en hoor je enkel de vinkjes uit het bos. Later rijden we over een fietspad langs het Mookskanaal en de Mookerplas, met ganzen en recreatiebootjes.
Waar de Mookerplas nu ligt, bevonden zich lang geleden rivierduinen. De Romeinen gebruikten het gebied als begraafplaats. Eind negentiende eeuw vond men hier een sarcofaag, een stenen kist waarin menselijke resten worden bewaard. Ook bleken er grafvelden te liggen. De Romeinen leefden in deze omgeving in kleine buurtschappen met boerderijen van hout en leem, met daken van stro. Alleen rijke bewoners konden zich een huis veroorloven als Villa Plasmolen.
Heerlijk drinkwater
Aan water geen gebrek hier. Mijn bidon heb ik eerder al bijgevuld bij de watertap naast café-restaurant ‘t Zwaantje in Mook. “Een begrip hier,” volgens fietsmaatje Eric. Altijd sympathiek, als je bij horeca gratis je bidon mag bijvullen. Het staat er vol fietsen, dus aan klanten geen gebrek. Na de Mookerplas fietsen we langs de Maas. Hey, daar verschijnen de kerktorens van Cuijk al! Even het pontje over en we staan in de Brabantse stad. Precies hier ligt de grens tussen Limburg en Noord-Brabant, vanmorgen zaten we nog in Gelderland. Drie provincies in slechts zestien kilometer.
Museum Ceuclum
Ceuclum, het huidige Cuijk, was een Romeinse nederzetting. We leren er meer over in Museum Ceuclum aan de Maasoever. Gids Peter Schouten brengt de verhalen als een boeiende geschiedenisleraar – hier kun je met gemak uren doorbrengen. “Als Amsterdammer houd ik van praten,” zegt hij met een lach. “Normaal wil niemand luisteren, maar dat is anders als ik het over de Romeinen heb, haha.” Peter vertelt dat er een paar jaar terug bij rioleringswerkzaamheden zo’n 350 kilo aan scherven is gevonden. Bij een fabriek stuitten de bouwvakkers op een Romeins graf en in het water lagen leren sandalen, verborgen achter houten steigerpalen.
Door de vondst van deze, en nog zoveel andere, spullen, is duidelijk dat de Romeinen hier zeer actief waren. Ze hadden onder meer een fort, tempels en een haven. Peter blijft zich verbazen over de vindingrijkheid van het volk. De Romeinen maakten schoenen met leren bandjes voor paarden, om hun hoeven te beschermen. Ze konden beton maken en glasblazen. En de daktegels? Die kregen hun vorm door vrouwendijen, waarop ze werden gemaakt. “Mannendijen waren te breed, dan zouden de tegels uit elkaar vallen.”
Toren met uitzicht over Cuijk
Peter geeft als tip om de vijfhonderdjarige toren te beklimmen, die ooit bij een kerk hoorde. Via wenteltrappen en houten ladders begeven we ons naar boven. Oei, die laatste ladder is wel erg steil. Hoogtevrees. Eric klautert voorop. “Ik zal even voor je kijken of de klim het waard is! Er is hier een luik dat open kan. Wacht even.” Als ik hem niet meer hoor, weet ik genoeg. Die is vast van het uitzicht aan het genieten. En inderdaad, boven kijken we uit over de weilanden en de Maas.
In het noordoosten liggen de heuvels van de stuwwal bij Nijmegen, in het zuiden zien we de uiterwaarden van de Maasheggen. Naast ons: het dak van de neogotische kerk. Direct onderaan de toren bevindt zich een oud kerkhof met de Calvariekapel van de beroemde architect Pierre Cuypers, van het Amsterdamse Centraal Station. Over de rivier liep ooit een Romeinse brug. Het moet er razend druk zijn geweest. Nu zie ik alleen de pont varen, gevuld met fietsers en een paar auto’s. Dagjesmensen vooral, zoals wij.
Kraaijenbergse Plassen
Tijd voor de natuur! Al snel fietsen we langs de Kraaijenbergse Plassen. Populair bij watersporters, maar vandaag is het water leeg. De picknicktafels zien er verleidelijk uit. Paarden zijn met elkaar aan het stoeien, een buizerd komt overgevlogen. Een brug over de Maas brengt ons van Noord-Brabant terug naar Gelderland, waar we al uitkijken naar de Overasseltse en Hatertse Venen. “Een schitterend gebied,” zegt Eric. “Maar ik ben er al lang niet geweest.” Zo gaat dat gek genoeg soms, als natuurgebieden dicht bij je huis liggen.
Overasseltse en Hatertse Vennen
De Overasseltse en Hatertse Vennen, ten zuidwesten van Nijmegen, zijn ooit ontstaan door de rivieren Waal en Maas. Door de achtergelaten rivierklei liggen er nu meer dan twintig vennen. Het water ligt aan beide kanten van het fietspad. Waanzinnig groen is het. Mos, gras, plukjes struiken, bomen. Dit gebied voelt als echte wildernis na de keurig bijgehouden weilanden en recreatieplassen van eerder. Geen bootjes, maar leegte. Alleen wij tweeën.
Romeinse wachttoren
Nog één Romeinse hotspot ligt er op de route. Middenin het Heumensoord zijn de resten gevonden van een Romeinse wachtpost uit de derde eeuw. We pakken een onverhard pad en trekken het bos in. “Hier ging ik altijd hardlopen,” zegt Eric, terwijl een jogger voorbij komt gerend. Je zou het niet zeggen, maar we zitten hier net onder het drukke Nijmegen. Het is even zoeken. Dan zien we een kleine bult, en informatiebord. “Hier is het!” roep ik euforisch tegen Eric, alsof ik net een speurtocht heb gewonnen. Eric doet even alsof hij op de uitkijk staat.
Net als bij de Romeinse villa van eerder op de dag is het terrein afgedekt met zand om het te beschermen tegen schatgravers. Toen de Romeinen bij de grens steeds meer last kregen van Frankische volken, gaven ze vanaf hun wachtposten met fakkels en vlaggen berichten aan elkaar door. Vanaf deze plek konden ze zowel het fort in Cuijk zien, als dat van Nijmegen, op het Valkhof. Nu hoor ik alleen maar de regendruppeltjes op de takken vallen. Niets herinnert aan oorlog. Wel zo prettig.
Praktisch
Route: Via Romana étappe Malden – Molenhoek
De Via Romana is een langeafstandsroute van 249 kilometer, door het landschap tussen Nijmegen en Xanten. Hij bevat enkele lussen voor de fietser die de route liever in etappes opdeelt. Zo kom je vanuit Nijmegen onder andere door het groene heuvellandschap in omgeving van Berg en Dal en fiets je over de grens langs de historische Duitse steden Kalkar, Kleve en Kranenburg. De basis van de Via Romana is de eeuwenoude Romeinse Limes, een verdedigingszone, waar talloze overblijfselen van de Romeinse cultuur zijn gevonden. Er zijn drie lussen in Nederland en drie in Duitsland.
Afstand: 52 kilometer
Soort route: Bewegwijzerd
Route met kaart:
Meer informatie over de routes staan op de website van Visit Nijmegen: https://www.visitnijmegen.com/routes/via-romana
Video
Een korte dronevideo: