Via Romana: Langs de Romeinen

De fietsroute Via Romana loopt door de landschappen tussen Nijmegen en het Duitse Xanten, met volop Romeinse Overblijfselen. Op de deellus Nijmegen – Beek heb je vanaf de fraaie Ooijpolder zicht op de stuwwallen, die een perfecte plek waren voor de legerkampen.

Het Gezicht van Nijmegen glinstert in de zon. Je komt er via de Waalbrug. Wat Nijmegenaren zijn net aan het picknicken naast het kunstwerk, dat zich op het stadseiland bevindt. Hun fietsen staan nonchalant in het gras, hun gelach komt in vlagen mijn kant op. Het Gezicht is een gigantisch Romeins masker, waarvan een echt exemplaar in Museum Het Valkhof ligt. Zo’n masker werd door ruiters gebruikt bij parades, ceremonies en toernooien. Even stel ik het me voor, een massa mensen, juichend, terwijl twee mannen te paard elkaar aanvallen. De drank vloeit rijk, terwijl de Romeinen zich storten op de vrouwelijke bezoekers.

Gezicht van Nijmegen.
Nijmegenaren picknicken op het gras naast het Gezicht van Nijmegen.

Nijmegen was in Romeinse tijden een druk handelscentrum. Er stonden tempels, een badhuis en een amfitheater met plek voor zeker tienduizend toeschouwers. Het gaat er nu wel anders aan toe in de stad. Als ik iets later vanaf het terras van grand café Waterwolf met een espresso over de Waal uitkijk, krijg ik juist een rustiek gevoel. Twee fietsers komen over de kade voorbij. “Het landschap is schitterend hier!” roept de serveerster, als ik heb uitgelegd welk fietsrondje ik vandaag ga maken. “Wel wat heuvels hoor!” Het is dus geen overbodige luxe, dat er een oplaadplek is voor e-bikes. Al doe ik het vandaag zonder accu, lekker stoer.

Nijmegen met de Waalbrug.
Koffie drinken bij Grand café Waterwolf.

Aquaduct bij Nijmegen

Ik ben Nijmegen nog niet uit en de weg slingert al omhoog. Zo komen die lichte versnellingen eens van pas in Nederland! Niet veel later verschijnt het eerste bordje dat naar Romeinse opgravingen verwijst. De vijver die hier in het landgoed ligt, was waarschijnlijk een spreng, een door de Romeinen gegraven beek, om water uit de grond te halen. Er liep hier ook een aquaduct, dat drinkwater naar de Hunnerberg bracht, de locatie van een legerplaats met zo’n vijfduizend soldaten.

Niet veel later staat er een informatiepunt langs de weg, met een bankje en tv-scherm, waarop meer uitleg wordt gegeven over aquaducten. De Romeinen bouwden de kilometerslange viaducten op veel plekken in hun rijk, om de steden van drinkwater te voorzien. Ze gebruikten veel gereedschappen, zoals de chorobates, vergelijkbaar met de huidige waterpas. In het bos voor mijn neus vonden archeologen aardewerken, die zouden duiden op de aanwezigheid van een Romeins aquaduct, waarschijnlijk zo’n vijf kilometer lang. 

Fietser bij informatiepunt bij Romeins Aquaduct.

Melk en aardbeien bij de boer

De fietsroute gaat van het bos naar de polders, waar koeien nieuwsgierig opkijken, alsof ze al de hele dag niemand hebben gezien. Ik zie snoezige kerkjes en statige boerderijen. Hey, een melktappunt! Laat ik vanmorgen nu net mijn bidon vergeten zijn, en de zon laat haar warmte al goed blijken. De boerderijautomaat van De Plak blijkt nog aardbeien te hebben ook. Even met de pinpas wapperen en daar komen de muntjes, waarmee je één van de kluisjes kunt openen. Makkelijk!

Het Kerkje van Persingen met koeien.
Boerderijautomaat bij ‘De Plak’ in de Ooijpolder.
Paarden grazen bij Stalhouderij Kasteelsche Hof.

Het voormalige hervormde kerkje in Ooij.

Gelderse poort en stuwwallen

De Ooijpolder hier is deel van de Gelderse Poort, een natuurgebied in Nederland en Duitsland langs de oevers van de Waal, het Bijlandsch Kanaal, het Pannerdens Kanaal, de Nederrijn en de Rijn. Ik slinger over een dijk door het landschap, met links weilanden en rechts een waterrijk gebied, waar koeien staan te grazen en een lepelaar met zijn spatelvormige snavel geduldig naar een lekker maaltje zoekt.

Voor me liggen de stuwwallen, ontstaan in de ijstijd, toen enorme ijskappen vanuit Scandinavië richting het zuiden schoven. De grond werd naar voren geperst en zo ontstonden de hoge heuvels, waar ik eerder vandaag nog in een lichte versnelling omhoog probeerde te komen. De stuwwallen waren een strategische plek voor de Romeinen, juist daarom vestigden ze zich hier. Vanaf de top kon je heel ver kijken, juist in het verder vlakke Nederland.

Fietsen over de dijk in de Ooijpolder, deel van de Gelderse Poort.
Koeien in de Ooijpolder, deel van de Gelderse Poort.
Lepelaar in de Ooijpolder, deel van de Gelderse Poort.

Museum Het Valkhof

Eenmaal in Nijmegen ga ik nog een keertje de heuvel op voor Museum Het Valkhof, waar onder meer Romeinse opgravingen zijn te zien. Een Nijmegenaar komt op me afgesneld als ik mijn fiets op slot zet. “Hey, je rijdt op een idworx, ik ook!” Dat is zo’n dingetje, vakantiefietsers zeggen elkaar vaak gedag als ze op hetzelfde merk rijden. Ze stelt zich voor als Eliane. “Ik wil zo graag fietsen, dat zou ik weer eens vaker moeten doen. Jij doet dat dus gewoon alleen?” Vandaag wel, en ik heb me geen seconde verveeld. Sowieso knoop je hier zo een praatje aan, dat is wel weer duidelijk.

In het museum tonen kaarten en maquettes waar de Romeinen allemaal zaten. Bijna overal. Vier eeuwen lang was Nijmegen de grootste vestigingsplaats van de Romeinen in ons land. Wie hier gaat graven, vindt bijna altijd wat. Een van de topstukken in Het Valkhof is het ruitermasker, dat vanwege de kleine krulletjes op het voorhoofd door de opgravers naar de zanger Gordon werd vernoemd. Dit masker inspireerde kunstenaar Andreas Hetfeld tot het maken van Het Gezicht van Nijmegen, op het stadseiland. In het museum staat ook een kalkstenen godenpijler uit het begin van de jaartelling.

Bataafse gezichtshelm uit de Romeinse tijd, een van de topstukken van Museum Het Valkhof.

De godenpijler van Nijmegen, een van de topstukken van Museum Het Valkhof.
Museum Het Valkhof.
Museum Het Valkhof.

Sint Nicolaaskapel

Het museum ligt op de heuvel Valkhof, vandaar de naam. Om de hoek liggen het Hunnerpark en Valkhofpark, met daarin de Sint Nicolaaskapel. Keizer Koenraad II gaf rond 1030 de opdracht voor het bouwen van de kapel, gebruik makend van de resten van een kapel van Karel de Grote. Vanaf het stille plekje kijk je over de stad uit, met beneden de Waal, waarover containerschepen vooruit glijden.

Fietser bij voetbrug in het Hunnerpark.
Sint Nicolaaskapel in Nijmegen.

Wijn proeven bij de Holdeurn

Afsluiten met een wijntje, met uitzicht op de wijngaarden. Ja, dat kan hier ook! Als ik mijn fiets in de auto heb geladen, rijd ik in een kwartiertje naar wijnterras De Holdeurn. Vannacht slaap ik in de vakantieboerderij ernaast. Dochter Robin – haar ouders runnen de boel – schenkt drie glazen in, met Johanniter (‘fris en soepel’), Sol (‘voller, met een bloemige smaak’) en Souvignier (‘karaktervol, een licht zuurtje bij de afdronk’). Vooral de druiven voor witte wijn doen het hier goed, op lössgrond, dat rijk aan mineralen is.

Een toepasselijke afsluiter, bedenk ik me. Romeinen dronken immers al wijn, vaak met water vermengd. En oh ja, de Romeinen hadden hier ook een productiecentrum voor aardewerk en dakpannen. Dat komt eigenaar Sjacco Jaspers me de volgende ochtend vertellen, met een eeuwenoude dakpan onder zijn arm. Hij heeft nog veel meer verhalen. Bijna jammer dat ik alweer op de fiets ‘moet’ springen voor de volgende deellus van de Via Romana. Als ik op het punt sta te vertrekken, stopt Sjacco een wijnfles in mijn tas. “Om thuis te proberen!”

Robin Jaspers met wijnproeverij bij vakantieboerderij De Holdeurn.
Wijnproeverij bij vakantieboerderij De Holdeurn.

Praktisch

Route: Via Romana étappe Nijmegen – Beek
De Via Romana is een langeafstandsroute van 249 kilometer, door het landschap tussen Nijmegen en Xanten. Hij bevat enkele lussen voor de fietser die de route liever in etappes opdeelt. Zo kom je vanuit Nijmegen onder andere door het groene heuvellandschap in omgeving van Berg en Dal en fiets je over de grens langs de historische Duitse steden Kalkar, Kleve en Kranenburg. De basis van de Via Romana is de eeuwenoude Romeinse Limes, een verdedigingszone, waar talloze overblijfselen van de Romeinse cultuur zijn gevonden. Er zijn drie lussen in Nederland en drie in Duitsland.

Afstand: 27 kilometer ( daar komen nog wat kilometers bij als je naar het eiland gaat met Het Gezicht van Nijmegen)

Soort route: Bewegwijzerd

Route met kaart:
Meer informatie over de routes staat op de website van Visit Nijmegen: https://www.visitnijmegen.com/routes/via-romana

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.